Schizofrenie is altijd een moeilijk te doorgronden ziekte geweest, eerder mythisch lijden dan een hersenziekte. Dit is een boek met een polemische inzet. Het zet zich af tegen de ‘antipsychiatrie’ en de verklaring van schizofrenie vanuit de sociale context. Schizofrenie is volgens de recente inzichten een progressief verlopende ontwikkelingsstoornis, een hersenziekte met een complexe genetische basis. Risicofactoren voor het ontstaan zijn rhesusantagonisme en het influenzavirus in het tweede trimester van de zwangerschap en ondervoeding in het eerste trimester. Er bestaat een familiaire invloed: 5% van de ouders, 8% van de broers en zussen en 12% van de kinderen van patiënten hebben of krijgen de ziekte ook. Bij monozygote tweelingen is de concordantie 48%, bij dizygote tweelingen 17%.