In een retrospectief cohortonderzoek onderzochten wij of het VTO-taalsignaleringsinstrument (Vroegtijdige Onderkenning van Taalstoornissen) geschikt is voor het signaleren van taalontwikkelingsstoornissen bij kinderen die meertalig worden opgevoed. Er werden 5.646 kinderen geïncludeerd die in de periode van 1 januari 2011 tot 12 oktober 2012 een consult rond de leeftijd van 2 jaar hebben gehad bij Jeugdgezondheidszorg Kennemerland. Van deze kinderen wordt 21,6% meertalig opgevoed. Het VTO-taalsignaleringsinstrument signaleerde bij kinderen, die door hun ouders in een andere taal of in het Nederlands en een andere taal worden opgevoed (MTO), twee keer zo vaak taalontwikkelingsstoornissen als bij kinderen die door hun ouders Nederlandstalig worden opgevoed (NTO) (3,5% versus 1,5%). Alle door het audiologisch centrum (AC) onderzochte MTO-kinderen en vrijwel alle NTO-kinderen met een onvoldoende score bleken een taalontwikkelingsstoornis te hebben. Geconcludeerd wordt dat het VTOtaalsignaleringsinstrument, ontwikkeld voor kinderen die alleen Nederlandstalig worden opgevoed, ook geschikt is voor het opsporen van taalontwikkelingsstoornissen bij kinderen die meertalig worden opgevoed. De sensitiviteit van het instrument ligt in deze groep zelfs hoger dan in de groep kinderen die niet meertalig worden opgevoed. De specificiteit is gelijk.