Behalve de welbekende effecten van slaapfragmentatie op humeur en psychisch en intellectueel functioneren, zijn er ook effecten van metabole aard. Tijdens de slaap is de energiebehoefte afgenomen door verminderde motorische activiteit en iets gedaald basaal metabolisme. Ook het glucosegebruik van de hersenen daalt licht met name tijdens de diepe of ‘slow wave sleep’ (SWS). Korte en kwalitatief slechte slaap worden steeds meer herkend als een risicofactor voor metabole aandoeningen. Hoewel niet alle literatuur daarop wijst, is de algemene tendens dat een niet-adequate slaap een risicofactor is voor de ontwikkeling van obesitas en type 2-diabetes [
1]. Slaaptekort is in epidemiologische studies geassocieerd met een verhoogde ochtendglucosespiegel en afgenomen glucosetolerantie [
2]. De glucosetolerantie, een maat in hoeverre het lichaam in staat is om exogeen glucose te verwerken, neemt af na slaapdeprivatie van ruim 72 uur. Ook met een beperkte slaapbeperking van vier tot zes uur per nacht kunnen verminderde glucosetolerantie en afgenomen insulinegevoeligheid worden aangetoond [
2]. Slaap heeft belangrijke effecten op de productie van verschillende hormonen. De productie van groeihormoon (GH) en prolactine vindt vooral plaats tijdens de SWS, terwijl die van andere, zoals cortisol en thyroïdstimulerend hormoon (TSH), worden geremd. Met name GH en cortisol hebben een belangrijke rol in het glucosemetabolisme. GH is van belang voor de groei, spieropbouw en gluconeogenese, terwijl cortisol de glucogenolyse stimuleert. De afgifte van GH is afhankelijk van de aanwezigheid en kwaliteit van slaap. Cortisol wordt primair als reactie op stress afgegeven. Zo zou slaapdeprivatie leiden tot toegenomen sympathische activiteit, toegenomen spiegels van GH overdag en toegenomen spiegels van cortisol ’s nachts. Dit leidt dan weer tot een afgenomen glucosetolerantie [
1]. Door slaapdeprivatie stijgt de ghrelinespiegel en daalt het leptinegehalte. Samen met insuline spelen deze hormonen een belangrijke rol bij het regelen van de voedselinname en honger [
3]. Leptine wordt na voedselinname geproduceerd in de adipocyten en regelt het gevoel van verzadiging. Ghreline wordt geproduceerd in cellen in de maag en darmen met name vóór de maaltijd en tijdens vasten. Ghrelinespiegels dalen snel na voedselinname. Beide hormonen beïnvloeden direct en via het hypocretine/orexinesysteem het verzadigingscentrum voor voedsel in de hersenen. …