Jacobs-van der Bruggen MAM, Donker GA, Verkleij H, Baan CA. Stoppen met roken: hoe pakken wij dat aan? Huisarts Wet 2007;50(5):198-202.
Inleiding Huisartsen kunnen bijdragen aan het voorkómen en terugdringen van aan roken gerelateerde gezondheidsklachten door met hun patiënten te spreken over stoppen met roken. Een voor huisartsen beschikbare methode is de Minimale interventiestrategie Stoppen met roken (MIS). Doel van dit onderzoek was om een actueel beeld te krijgen van adviezen om te stoppen met roken in de Nederlandse huisartsenpraktijk.
Methoden In 2005 hebben de huisartsen van de CMR-peilstations Nederland (49 praktijken) vragenformulieren ingevuld voor dit onderzoek.
Resultaten In 2005 werden in de CMR-peilstations 474 eerste stoppen-met-rokenadviezen gegeven. Huisartsen namen vaker het initiatief om te spreken over stoppen met roken dan de rokers zelf (54% versus 42%). Huisartsen brachten het onderwerp vooral ter sprake bij rokers met klachten die aan roken zijn gerelateerd en bij rokers met een (chronische) aandoening. De meeste huisartsen gaven mondeling advies (64%) en/of een geneesmiddel op recept (24%). Vijfenveertig procent van de peilstationartsen gebruikte de MIS ten minste één keer tijdens een eerste stoppen-met-rokenadvies.
Beschouwing Huisartsen zouden nog vaker het initiatief kunnen nemen om stoppen met roken te bespreken. De MIS is bij veel huisartsen bekend maar zou nog vaker kunnen worden gebruikt.