In de literatuur worden verschillende supervisiemodellen beschreven, die grosso modo in drie categorieën kunnen worden ondergebracht: de op psychotherapie gebaseerde modellen, de ontwikkelingsmodellen en de procesmodellen. Een supervisiemodel biedt de supervisor een conceptueel kader vanwaaruit hij kijkt naar supervisie en de leerbehoeften van de supervisant. Het biedt de supervisor de handvatten voor de keuze van zijn interventies, waardoor het supervisieproces focus en samenhang krijgt. Er wordt allereerst een overzicht gegeven van deze supervisiemodellen, waarna uitgebreider wordt ingegaan op twee procesmodellen: het discriminatiemodel van Bernard en het taakanalysemodel van Ladany, Friedlander en Nelson. Beide modellen worden geïllustreerd met vignetten. In deel twee van deze bijdrage worden de fasen binnen een supervisieproces besproken. We onderscheiden een begin-, een midden- of gevorderde en een eindfase. In elke fase staan andere rollen van de supervisor op de voorgrond, alsook andere competentiegebieden en processen bij de supervisant en een andere supervisierelatie.