Blanker MH, Thiele M, Van der Velden PC. Terminale sedatie met midazolam bij patiënten in de huisartsenpraktijk. Een exploratief onderzoek. Huisarts Wet 2006;49(3):129-35.
Doel Het exploreren van de situaties waarin terminale sedatie met midazolam wordt toegepast in de huisartsenpraktijk.
Methode Wij verrichtten een kwalitatief onderzoek onder 18 huisartsen die bij één of meer patiënten terminale sedatie toepasten in de Zuid-Hollandse eilanden, het verzorgingsgebied van het mobiel palliatief team Calando. Zesentwintig gevallen werden gedetailleerd beschreven aan de hand van een halfgestructureerd interview dat letterlijk werd uitgetypt en door twee onderzoekers geanalyseerd.
Resultaten De huisartsen bespraken de wensen van patiënt ten aanzien van het levenseinde in de meeste gevallen. Tot de indicaties voor terminale sedatie behoorden refractaire en niet-refractaire symptomen, evenals emotionele onrust bij patiënt of familie. De huisartsen dienden maximaal 8 dagen midazolam toe. In 24 gevallen resulteerde dit in lichte tot diepe sedatie; bij 2 patiënten had het geen sederend effect. De huisartsen spraken met 11 patiënten vooraf over een mogelijk levensverkortend effect van midazolam; de artsen dachten achteraf dat dit effect bij 10 patiënten was opgetreden. In één geval was levensverkorting (mede) het doel van de huisarts.
Beschouwing De indicaties voor terminale sedatie met midazolam liepen uiteen en beperkten zich niet tot refractaire symptomen. Midazolam werd meestal kortdurend toegepast. In een aantal gevallen werd terminale sedatie toegepast als alternatief voor euthanasie. In een geval was het onderscheid tussen terminale sedatie en euthanasie vertroebeld door het behandeldoel van de huisarts (levensverkorting).