"Toen corona uitbrak, was ik erg benieuwd wat er bij de diverse organisaties speelde. Omdat door de lockdown in maart veel opdrachten wegvielen, was ik in de gelegenheid om een onderzoek te doen onder toezichthouders in de zorg. Ik interviewde dertig voorzitters van raden van toezicht over wat corona voor hen betekende. Dat was niet moeilijk. Ze wilden blijkbaar hun verhaal kwijt. De voorzitters van de raad van toezicht waren erg onder de indruk van de creativiteit, wendbaarheid en gedrevenheid van het bestuur. Meestal waren ze positief over het gevoerde beleid. Wel liep het hier en daar stroef tussen toezichthouder en bestuurder. De toezichthouders die dit signaleerden, kregen van hun bestuurder het gevoel dat ze die voor de voeten liepen. Dat zag je vooral bij de eenhoofdige besturen. Terwijl je juist bij die groep verwacht dat ze steun zoeken bij hun rvt-voorzitter. Wat mij opviel, was dat corona alles uitvergroot, ook de bestaande verhoudingen. Als de relatie broos of afstandelijk was, dan leek corona dit te versterken. En waar die verhouding goed is, verdiepte deze zich vaak in positieve zin.