Natuurlijk is het van belang dat een geneesmiddel op de juiste plek in het lichaam terechtkomt waar het werkzaam moet zijn. Vaak is dit een plek in het lichaam en dan spreken we van systemische toediening. Bij systemische toediening wordt het geneesmiddel via de bloedsomloop naar de plaats van werking gebracht. Het geneesmiddel moet dus eerst in het bloed worden opgenomen. Naast deze systemische toediening kan een geneesmiddel ook rechtstreeks worden aangebracht op de plek waar het werkzaam moet zijn. Dan spreken we van een lokale toediening. Het onderscheid tussen lokale en systemische toediening is niet zo scherp als het in eerste instantie lijkt. Er zijn geneesmiddelen die door de huid worden opgenomen en dan in het bloed terechtkomen. Dit is dus een voorbeeld van lokale toediening met een systemische werking. Daarnaast zijn er tabletten die oraal worden ingenomen, maar die specifiek in de maag werken. Deze geneesmiddelen komen nauwelijks in het bloed terecht en zijn dus eigenlijk geneesmiddelen met een lokale werking.