Transgenderpersonen hebben gemiddeld gezien een slechtere socio-economische positie dan niet-transgenderpersonen. Dit onderzoek is een literatuuronderzoek naar (1) de effecten van medische transitie op werk, (2) internationale opleidings- en werkloosheidscijfers, en (3) geformuleerde adviezen voor werkgevers. Meeste onderzoeken beschrijven hogere werkloosheidscijfers (tot 43%) onder transgenderpersonen, ondanks een relatief groot aandeel hoger opgeleiden. Werkloosheid in klinische samples lijkt lager dan in populatiesamples, wat kan wijzen op socio-economische barrières tot zorg. Medische transitie leidt veelal tot beperkte uitval op het werk en op de langere termijn tot hogere werktevredenheid, binding met de werkgever en betere socio-economische positie. De werkgever is verantwoordelijk voor een veilige en ondersteunende werkomgeving. Rondom medische transitie kan gesproken worden over de coming-out, aanspreekvormen en tijdsplanning van de medische transitie. Over de structurele barrières op de Nederlandse en Belgische arbeidsmarkt is weinig bekend en ook de ervaringen van transgenderwerknemers/werkzoekenden en werkgevers zijn onderwerpen voor vervolgonderzoek.