Vaccineren van ouderen blijft een aandachtspunt. De vaccinatiegraad bij ouderen voor tetanus, influenza en pneumokokken blijkt respectievelijk slechts 40, 60 en 30 % te zijn. Naast de klassieke reductie van de mortaliteit (67 %) en van de hospitalisatie voor pneumonie en influenza (50 %) is er bij vaccinatie tegen influenza eveneens een reductie van de cardio- en cerebrovasculaire morbiditeit (20 %) en van het aantal artsenbezoeken voor respiratoire aandoeningen bij COPD patiënten (11 %). Het vaccineren van het personeel in de gezondheidszorg en van kinderen voorkomt ernstige infecties en mortaliteit door influenza bij ouderen. Invasieve pneumokokkeninfecties worden door vaccinatie gereduceerd met 50 %. De introductie van het conjugaatvaccin bij jonge kinderen kan een bijkomende daling van de incidentie van invasieve pneumokokkeninfectie bij ouderen veroorzaken. Het nastreven van een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad bij ouderen, kinderen en risico personen blijft prioritair.