Vliegangst kent vele gradaties en is zelden een alleenstaand probleem. Meestal is het een combinatie van verschillende angsten waaronder claustrofobie, hoogtevrees, sociale angst en controledrang. De angst beïnvloedt psychologische, sociale en fysiologische processen. Een uitgebreid vermijdingsrepertoire, gecombineerd met gebrekkig angstmanagement houdt de klacht vaak vele jaren in stand. Recente schattingen gaan ervan uit dat 14% van de Nederlanders boven de 18 jaar niet vliegt vanwege angst. Vaak is een kortdurende psychologische behandeling geïndiceerd, die voornamelijk bestaat uit psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie en graduele exposure. In een vlucht onder begeleiding brengt de vliegangstige het geleerde in de praktijk. De effectiviteit van deze behandeling is hoog; uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat meer dan 90% van de vliegangstigen na behandeling weer durft te vliegen. Voor mildere vormen van vliegangst zijn er effectieve zelfhulpmethoden.