Willems DL, Veldhuis M. Vormen van selectie aan de poort en hun effecten. Een literatuuroverzicht. Huisarts Wet 2004;47(13):625-30.
Achtergrond Gegevens over de effectiviteit van de poortwachter spelen nauwelijks een rol in de discussies over de wenselijkheid van de poortwachtersfunctie. Wij deden een literatuuronderzoek naar het effect op passend zorggebruik.
Methoden Searches in verschillende elektronische databanken en in Huisarts en Wetenschap en Medisch Contact.
Resultaten Wij vonden 13 onderzoeken van wisselende kwaliteit, waarin sterk verschillende triagevormen werden bestudeerd. Triage bleek een aanzienlijke vermindering van onnodig eerstehulpbezoek te bewerkstelligen (bij kinderen tot 75% minder). Bij volwassenen met niet-acute hartaandoeningen of met luchtweginfecties was er geen duidelijk verschil in zorggebruik. De meeste onderzoeken lieten geen nadelige effecten zien in de zin van gemiste pathologie of ontoereikende zorg. Er zijn aanwijzingen dat patiënten met zeldzame aandoeningen beter af zijn met directe toegang tot specialisten.
Conclusie Empirisch onderzoek naar de effectiviteit van de poortwachter is schaars en van wisselende kwaliteit en komt grotendeels uit de VS. De poortwachter lijkt niet bij alle gezondheidsproblemen passende zorg te bevorderen. Verder prospectief onderzoek, bij voorkeur internationaal vergelijkend van aard, is nodig.
Dit artikel is een bewerking van het tweede hoofdstuk van: Willems DL, Veldhuis M. Wegen in de zorg. Dilemma's, keuzen en afwegingen in de spreekkamer. Assen: Van Gorcum, 2002.