De aanbevolen benadering van de rokende patiënt door de dokter is het met enige regelmaat en op uitnodigende wijze informeren naar de rookgewoonte. Gedragsverandering, zoals stoppen met roken, wordt bepaald door de motivatie of attitude van de patiënt (A), door diens zelfvertrouwen of ‘self-efficacy’ (E) en door de sociale omgeving (S). De S uit dit zogenaamde ASE-model bleef bij stoppen met roken tot voor kort onderbelicht.
Christiakis en Fowler analyseerden het sociale netwerk van 5123 deelnemers aan de Framingham-studie tussen 1971 en 2003, een periode waarin het percentage rokers onder volwassen Amerikanen afnam van 45% naar 21%. Zij onderzochten de invloed van het stoppen met roken door partners, broers en zussen, collega’s, vrienden, kennissen en buren op het rookgedrag van de deelnemers. De onderzoekers brachten per deelnemer gemiddeld meer dan 10 contacten in kaart.