Van der Meer V, Knuistingh Neven A, Van den Broek PJ, Assendelft WJJ. Waarde CRP bij diagnostiek lageluchtweginfecties onzeker. Huisarts Wet 2006;49(4):192-7.
Doel Het bepalen van de diagnostische waarde van C-reactief proteïne (CRP) bij de detectie van een pneumonie en bij het onderscheiden van een bacteriële en virale lageluchtweginfectie.
Methoden Een systematisch literatuuronderzoek in PubMed en EMBASE. We includeerden onderzoeken waarin CRP werd vergeleken met een thoraxfoto of met microbiologisch onderzoek als referentietest.
Resultaten Geen van de onderzoeken voldeed aan alle validiteitscriteria. Zes onderzoeken hadden een thoraxfoto als referentietest. De sensitiviteit varieerde van 10% tot 98% en de specificiteit van 44% tot 99%. In een subgroep van volwassenen (5 onderzoeken) bedroeg de oppervlakte onder de ROC-curve 0,80 (95%-BI 0,75-0,85). Twaalf onderzoeken betroffen de relatie van CRP met een bacteriële oorsprong van een lageluchtweginfectie. Deze gegevens waren epidemiologisch en statistisch heterogeen.
Conclusie C-reactief proteïne is onvoldoende sensitief en specifiek om een pneumonie of een bacteriële oorsprong van een lageluchtweginfectie aan te tonen dan wel uit te sluiten. Het meeste diagnostische onderzoek is methodologisch van matige kwaliteit. De huidige onderzoeken ondersteunen het voorschrijven van antibiotica op basis van CRP bij lageluchtweginfecties in de huisartsenpraktijk niet. De resultaten bevestigen het advies in de huidige NHG-Standaard Acuut hoesten: CRP heeft geen bewezen aanvullende waarde bij de diagnostiek van lageluchtweginfecties.