Met WAO-instroomgegevens en einde-wachttijdgegevens uit 1998–2000 van het Lisv, en gegevens van een vragenlijstonderzoek onder 4.291 werkenden die vanwege een luchtwegaandoening in 1998–2000 een WAO/WAZ-uitkering kregen, of één jaar ziek waren (= WAO-instroom), is onderzoek gedaan naar de WAO-instroom bij 46 gedefinieerde bedrijfstakken, werkgebondenheid van de luchtwegaandoeningen en arbeidsomstandigheden.
Van de 1.563 vragenlijstdeelnemers gaf 37% aan dat het werk de luchtwegaandoening veroorzaakte. Bij nog eens 21% verergerde het werk de luchtwegaandoening. Comorbiditeit was bij 51% mede reden voor het langdurig verzuim.Van de deelnemers werkte 41%.
De gevolgen van een werkgerelateerde luchtwegaandoening kunnen ingrijpend zijn: ruim de helft van de werkenden werkte in een andere functie of beroep en bij een kwart van de niet-werkenden was noodzakelijke aanpassing van werk(omstandigheden) niet mogelijk. Beide aspecten kwamen minder vaak voor bij werknemers met een niet-werkgerelateerde aandoening. Esen complicerende factor bij aanpak van langdurig verzuim vanwege luchtwegproblematiek is de comorbiditeit.