Bruggink SC, Van Haalen FM, Gussekloo J, Assendelft WJ, Eekhof JA. Wratten bij basisschoolkinderen: prevalentie en de relatie met omgevingsfactoren. Huisarts Wet 2009;53(2):107-10.
Doel
Het bepalen van de prevalentie van wratten bij Nederlandse basisschoolkinderen en het onderzoeken van de relatie met omgevingsfactoren, om evidence-based richting te geven aan preventieadviezen.
Methode
In dit cross-sectionele onderzoek onderzochten we de handen en voeten van 1465 kinderen tussen 4 en 12 jaar op 4 Nederlandse basisscholen op de aanwezigheid van wratten. Daarnaast vulden hun ouders een vragenlijst in over potentiële risicofactoren voor wratten.
Resultaten
Drieëndertig procent van de basisschoolkinderen had wratten: 9% handwratten, 20% voetwratten en 4% zowel handals voetwratten. Omgevingsfactoren die betrekking hebben op activiteiten met blote voeten, gebruik van openbare douches of bezoek aan zwembaden waren niet gerelateerd aan de aanwezigheid van wratten. We vonden wel een verhoogd risico op wratten voor kinderen met een gezinslid met wratten (OR 1,9; 95%-BI 1,3-2,6) en kinderen met een hoge prevalentie van wratten in de klas (OR per 10% verhoging van prevalentie in de klas 1,6; 95%- BI 1,5-1,8).
Conclusie
Eenderde van alle basisschoolkinderen heeft wratten. We vonden geen onderbouwing voor de gangbare preventieadviezen, zoals het dragen van slippers in openbare douches en zwembaden. Preventieadviezen zouden zich moeten richten op het voorkomen van besmetting binnen gezinnen en schoolklassen.