In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe epidemiologisch onderzoek moet worden opgezet om geldige conclusies te kunnen trekken over vraagstellingen naar determinanten van gezondheid en ziekte. De nadruk ligt hierbij op epidemiologisch oorzaak-gevolgonderzoek, dat wordt geïnitieerd vanuit een interesse in het causale verband tussen een of meer expositiefactoren en een gezondheidsverschijnsel. Op dit vlak zijn diverse typen onderzoek mogelijk, bijvoorbeeld onderzoek naar de invloed van etiologische en prognostische factoren op het ontstaan, respectievelijk het verloop van een bepaalde aandoening, of onderzoek naar de effectiviteit van profylactische of therapeutische interventies. Het aantal verschillende onderzoeksopzetten is legio. Iedere verandering in de wijze waarop de onderzoekspersonen geselecteerd worden, in de keuze en de toepassing van de meetinstrumenten, of in de tijdschaal waarop de opeenvolgende onderzoeksgebeurtenissen geprogrammeerd zijn, levert in feite een nieuw onderzoeksdesign of onderzoeksopzet op. Uit praktische overwegingen, onder andere om de communicatie tussen onderzoekers onderling te bevorderen, is het echter handig een beperkt aantal onderzoeksdesigns te onderscheiden. Ieder design representeert als het ware een klasse van onderzoeksopzetten, die op een of meer cruciale punten van de overige designs verschillen. Deze designs zullen in de volgende paragrafen één voor één worden toegelicht. Eerst echter zullen wij enkele meer algemene opmerkingen maken ten aanzien van de opzet van oorzaak-gevolgonderzoek. Deze kunnen helpen de afzonderlijke designs in een juist perspectief te zien.