Bij ieder epidemiologisch onderzoek worden metingen verricht en worden uit deze metingen parameters afgeleid. Men meet relevante variabelen bij personen (determinanten, ziekte), men berekent parameters die aangeven hoe frequent de verschillende waarden van deze variabelen voorkomen in (sub)groepen van personen (incidentiematen, prevalentiematen), en men berekent parameters die aangeven hoe sterk bepaalde determinanten en uitkomsten met elkaar geassocieerd zijn (associatiematen). Allerlei fouten voor, tijdens of na de dataverzameling kunnen verantwoordelijk zijn voor vertekening van de aldus verkregen resultaten. Dat wil zeggen dat niet alle resultaten zoals gemeten en berekend, de werkelijke situatie juist weergeven. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste valkuilen die een correcte presentatie en interpretatie van epidemiologische onderzoeksresultaten in de weg kunnen staan. De nadruk ligt op systematische fouten in de verschillende fasen van etiologisch en prognostisch oorzaak-gevolgonderzoek, die resulteren in een overschatting, een onderschatting, of zelfs een omkering van het werkelijke effect. De adders onder het gras van beschrijvend (in de zin van niet op causaliteit gericht) diagnostisch en prognostisch onderzoek komen in hoofdstuk
9 aan de orde. Allereerst zal in algemene zin iets gezegd worden over de verschillende typen fouten die de validiteit en de precisie van de uitkomsten van epidemiologisch onderzoek kunnen aantasten. Daarna zal nader worden ingegaan op een aantal specifieke foutenbronnen die verantwoordelijk zijn voor een aantasting van de validiteit van een onderzoek. De mogelijkheden om de belangrijkste categorieën van fouten te pareren, worden kort behandeld. Tussen de bedrijven door wordt een aantal voorbeelden van misstappen in epidemiologisch onderzoek gepresenteerd.