Indien iemand met slaapklachten bij de arts komt, is het belangrijk eerst vast te stellen wat de slaapklachten precies zijn, zodat onderscheid kan worden gemaakt naar slapeloosheid, hypersomnie, circadiane slaapklachten en parasomnia. Indien slapeloosheid aanwezig is, wordt onderscheid gemaakt tussen pseudo-insomnia en echte slapeloosheid. Bij slaapmisperceptie zijn verdere diagnostiek en therapie niet aan de orde. Bij de diagnostiek van slapeloosheid is het belangrijk oorzakelijke somatische en psychische stoornissen te onderkennen, omdat deze belangrijke therapeutische consequenties kunnen hebben. Bij psychische stoornissen kan het moeilijk zijn oorzaak en gevolg te onderscheiden. Ook bij een verstoring van het dag-nachtritme kan slapeloosheid een belangrijke rol spelen. Bij langerdurende slapeloosheid is het van belang de cognities te onderkennen die mogelijk tot conditionering leiden.
De beschrijving van de slapeloosheidsklachten heeft een geringe voorspellende waarde voor de mogelijke oorzaken; deze zullen gericht moeten worden uitgevraagd. Complex aanvullend onderzoek in een slaaplaboratorium is voor patiënten die de huisarts raadplegen vooral zinvol bij verdenking op specifieke slaapstoornissen zoals slaapapneu en narcolepsie.
Aandacht voor (de preventie van) chronisch slaapmiddelengebruik is bij alle mensen met slapeloosheid van groot belang.