Veel vrouwen weten niet dat ze tijdens de zwangerschap gezondheidsrisico’s lopen op hun werk. Te veel lopen, tillen of bukken, nachtdiensten en ook stress kunnen de kans op een te kleine of te vroeg geboren baby vergroten. Contact met sommige infectieziekten of giftige stoffen kan rond de conceptie of tijdens de zwangerschap tot een miskraam of aangeboren afwijkingen leiden. Uit onderzoek blijkt dat voorlichting en aanpassing van werk leidt tot minder gezondheidsrisico’s voor moeder en kind en een halvering van het verzuim. Echter, slechts een kwart van alle werkgevers informeert zwangere werknemers over deze risico’s.
Voor dit probleem is een concrete oplossing: bedrijfsartsen (NVAB) hebben samen met vertegenwoordigers van de KNOV, NVOG, NHG, UWV en andere deskundigen de richtlijn Zwangerschap, postpartumperiode en werk ontwikkeld, waarmee zij zwangeren en hun werkgevers kunnen begeleiden. Met behulp van deze richtlijn kan de bedrijfsarts de werkgever adviseren over het opzetten van arbobeleid voor zwangere werknemers.
Bij de ontwikkeling van deze richtlijn is gezocht naar een multidisciplinaire aanpak. De huisarts heeft daarin een signalerende, coördinerende en bemiddelende rol. Bij mogelijke risico’s in het werk of beperkte belastbaarheid ten gevolge van persoonsgebonden risicofactoren is het belangrijk dat de huisarts de vrouw verwijst naar de bedrijfsarts voor een preventief consult. De bedrijfsarts kan dan aan de werknemer en leidinggevende gerichte adviezen geven om het werk aan te passen of preventieve maatregelen te treffen. Resultaat is een zwangere werknemer die langer aan het werk blijft en zij en haar baby lopen geen risico op gezondheidsklachten of afwijkingen.