Ambulancevoorzieningen worden geconfronteerd met een toename van het aantal Eerste Hulp Geen Vervoer (EHGV)- ritten. Dit zijn ritten waarbij een ambulance met spoed uitrukt, maar waarbij de patiënt uiteindelijk niet vervoerd wordt naar een ziekenhuis. Het doel van deze verkennende studie is te exploreren welke factoren van invloed zijn op het ontstaan van EHGV-ritten. Voor dit onderzoek zijn drie verschillende informatiebronnen gebruikt: 1) een vragenlijstonderzoek onder patiënten, betrokken bij een EHGV-rit, 2) registratiebestanden van een ambulancedienst en 3) interviews met ambulanceverpleegkundigen en centralisten van de meldkamer. Van de respondenten uit het vragenlijstonderzoek geeft ruim één derde aan dat de situatie die de aanleiding gaf om een ambulance te bellen niet levensbedreigend was. Daarnaast geeft bijna de helft van de respondenten aan, dat het onvoldoende duidelijk is voor welke problemen men waar (ambulancezorg, HAP of SEH) terecht kan. De belangrijkste mogelijke oorzaken van een toename van het aantal EHGV-ritten, die genoemd worden door geïnterviewde professionals, zijn de invoering van de huisartsenposten en een mentaliteitsverandering onder patiënten. Uit de registratiebestanden blijkt dat van de ritten die als EHGV-rit eindigen 88,6% is uitgereden met de hoogste urgentie (A1). In deze situaties is door de meldkamer van een levensbedreigende situatie uitgegaan. De resultaten laten zien dat de triage op de meldkamer niet altijd voldoende uitsluitsel geeft of de situatie daadwerkelijk spoedeisende zorg behoeft.