Doel Er is discussie over de zin van screening van zwangeren op asymptomatische bacteriurie en onduidelijkheid over de samenhang tussen asymptomatische bacteriurie en urineweginfecties. Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in het voorkomen van asymptomatische bacteriurie bij zwangeren in de huisartspraktijk, het effect van de behandeling daarvan, en de samenhang tussen asymptomatische bacteriurie en urineweginfecties.
Methode Dossieronderoek over een periode van vijf jaar in een gezondheidscentrum met 5100 patiënten, waar alle vrouwen aan het begin van de zwangerschap eenmalig worden gescreend op bacteriurie.
Resultaten 12 procent van de 202 gescreende zwangeren had een bacteriurie. Na behandeling recidiveerde een derde. Bij zwangeren met (behandelde) bacteriurie kwamen even vaak urineweginfecties voor als bij zwangeren zonder bacteriurie.
Zwangeren die in het jaar voor de zwangerschap voor een urineweginfectie waren behandeld, hadden geen verhoogde kans op asymptomatische bacteriurie, maar wel op een urineweginfectie in de zwangerschap.
Urineweginfecties kwamen in de zwangerschap vaker voor dan in het jaar voor de zwangerschap.
Conclusie Er kon geen effect van screening en behandeling van asymptomatische bacteriurie in de zwangerschap worden aangetoond.