De invloed van het huisartsinformatiesysteem (his) op de patiëntenzorg en op de huisarts-patiëntrelatie wordt in dit artikel theoretisch onderzocht. Als leidraad dient Buber’s filosofie, die zegt dat een mens op twee manieren in relaties staat: met een Gij, gekenmerkt door uniciteit en verbondenheid, en met een Het, waarbij een individu tot object wordt en de relatie gedistantieerd.
Relatieveranderingen tussen huisarts en patiënt worden geanalyseerd aan de hand van twee opvallende veranderingen: de overgang van het handgeschreven naar het geprinte of elektronisch verzonden recept en de vervanging van de groene kaart door het computerscherm. Afstandelijkheid en zakelijkheid nemen toe, terwijl toch magie in het contact aanwezig blijft. De preventieve mogelijkheden van het his leiden ertoe dat populatiegeneeskunde zich indringt in de persoonlijke patiëntenzorg. Individuele patiënten worden geüniformeerd en genormaliseerd. Het his is geen waardevrij ding; het vergroot de spanning tussen individueel en collectief belang.