Het menselijk lichaam is in staat onderscheid te maken tussen een lichaamseigen stof en een lichaamsvreemde stof. Ons lichaam is omgeven door zeer veel stoffen die lichaamsvreemd zijn, maar gelukkig zijn maar weinig van die lichaamsvreemde stoffen ziekmakend of (levens)bedreigend. Een lichaamsvreemde stof noemen we een antigeen. Belangrijk om te onthouden is dat het lichaam bij het binnendringen van een antigeen een stof gaat maken die dit antigeen onschadelijk maakt. Het begrip ‘immuniteit’ geeft aan dat iemand door het aanmaken van antilichamen beschermd is tegen een bepaalde ziekmakende lichaamsvreemde stof. Er is een groot aantal infectieziekten die ernstig kunnen verlopen. Door vaccinatie of inenting kan soms voorkomen worden dat mensen ziek worden. Corticosteroïden hebben naast een ontstekingsremmende werking ook een positief effect op een overmatige afweerreactie. Ze worden daarom toegepast bij ziekten waarbij de afweer van het lichaam eigen organen of weefsels aantast (auto-immuunziekten als reumatoïde artritis en de huidziekte psoriasis).