Chemotherapie voor borstkanker kan worden gegeven met curatieve opzet of ter palliatie van gemetastaseerde ziekte. Adjuvante chemotherapie is mede verantwoordelijk voor de daling van de sterfte aan borstkanker en kan bij patiënten tot 70 jaar ongeveer een kwart van de sterfte voorkomen. Chemotherapie kan ook als inductiebehandeling worden gegeven voorafgaand aan de locoregionale behandeling van de tumor. Bij operabele patiënten kan dit het voordeel hebben dat mammasparende behandeling mogelijk wordt. Bij niet-operabele (‘locally advanced’) tumoren verhoogt dit waarschijnlijk ook de kans op langdurig ziektevrije overleving. Palliatieve chemotherapie is een belangrijke behandelingsmodaliteit bij gemetastaseerde ziekte, maar de remissieduur is gemiddeld minder dan een jaar. In alle gevallen moet chemotherapie een onderdeel zijn van een zorgvuldig opgesteld multidisciplinair behandelingsplan.