In de praktijk van de GGZ wordt bij meervoudige klachten na traumatiserende gebeurtenissen de term ‘complex trauma’ (of complexe posttraumatische stressstoornis [PTSS of DESNOS]) veelvuldig gebezigd. Dit is echter een warrig construct en het gebrek aan helderheid komt de indicatie of rationale voor behandeling veelal niet ten goede. Er zijn goed onderzochte behandelingen voor de posttraumatische stressstoornis voorhanden (Foa, Keane, Friedman & Cohen, 2008; Nice, 2005), maar die volstaan slechts ten dele voor de behandeling van meervoudige en onderling samenhangende klachten bij mensen die chronisch, meervoudig en interpersoonlijk geweld hebben meegemaakt (Cloitre, 2009; Crumlish & O’Rourke, 2010; Palic & Elklit, 2010). In deze bijdrage beschrijven wij een aanpak die als best practice kan worden beschouwd. Achtereenvolgens gaan we in op een conceptuele kwestie: wat verstaan we onder ‘complex trauma’ en waarin is het anders dan enkelvoudige posttraumatische stressstoornis (PTSS) of ‘simpel trauma’, welke diagnostische instrumenten zijn er voorhanden om complex trauma vast te stellen? Vervolgens worden aan de hand van het driefasenmodel verschillende behandeltechnieken globaal besproken.