Ons doel was evaluatie van de frequentie en de manier van overleg tussen bedrijfs-/verzekeringsartsen enerzijds en fysiotherapeuten anderzijds. Tevens werd in beide groepen de persoonlijke ervaring van genoemde aspecten geëvalueerd. In het totaal zonden 64 bedrijfs-/verzekeringsartsen en 407 fysiotherapeuten in de regio Rijnmond een vragenlijst betreffende bovenstaande aspecten ingevuld terug. De vragenlijst werd gevalideerd, gebruikmakend van constructvaliditeit en contentvaliditeit. Bovendien werd de test interne consistentie verricht om de betrouwbaarheid van de vragenlijst te verzekeren. Beide groepen stellen onderling overleg op prijs. Fysiotherapeuten hebben echter behoefte aan meer overleg. Het initiatief om de andere groep te benaderen ligt veelal bij de artsen. De bijdrage van de therapeuten aan reïntegratie in arbeid van hun cliënten wordt door de therapeuten hoger geschat dan door de artsen. De frequentie van overleg tussen bedrijfs-/verzekeringsartsen enerzijds en fysiotherapeuten anderzijds is vrij gering. De kwaliteit daarvan wordt door de meerderheid van beide groepen als vrij goed aangegeven. In tegenstelling tot de fysiotherapeuten zijn de artsen van mening dat de fysiotherapeutische interventie geen positieve invloed heeft op hervatting van werk en dat er voldoende overleg plaatsvindt.