Van Hout HPJ, Vernooij-Dassen MJFJ, Hoefnagels WHL, Kuin Y, Stalman WAB, Moons KGM, Grol RPTM. De diagnostische waarde van de aanbevelingen uit de NHG-Standaard Dementie.
Huisarts Wet 2003;46(13):740-5.
Doel Het evalueren van de bijdrage van de aanbevelingen uit de NHG-Standaard Dementie en andere determinanten aan de trefzekerheid van de diagnostiek van de huisarts bij patiënten bij wie hij aan dementie denkt.
Methode In een prospectief onderzoek werd het diagnostische handelen van 64 huisartsen bij 107 oudere patiënten bij wie zij een dementie vermoedden vergeleken met de diagnoses van een geheugenpolikliniek.
Resultaten De positief en negatief voorspellende waarden van de diagnose van de huisarts waren 0,8 respectievelijk 0,7. De aanof afwezigheid van dementie werd voorspeld door beperkingen in de activiteiten van het dagelijks leven (ADL), het aantal jaren sinds de symptomen begonnen en de aanwezigheid van somatische comorbiditeit. Een juiste diagnose was tevens gerelateerd aan een huisbezoek en een heteroanamnese.
Conclusie De diagnostische trefzekerheid van de huisartsen was redelijk. ADL-afhankelijkheid bleek een betere voorspeller voor dementie dan cognitieve stoornissen. Aanwezigheid van somatische comorbiditeit verlaagde de diagnostische trefzekerheid. Een huisbezoek afleggen en inlichtingen inwinnen bij een familielid droegen bij tot een betere diagnose.