Introductie:
De relatie tussen de meatusgrootte van de vrouwelijke urethra en plasklachten is onduidelijk. Er is geen consensus over de normale grootte van de meatus. Wij onderzochten beide onderwerpen in een urologische populatie.
Patiënten en methode:
61 volwassen vrouwelijke patiënten die een eerste cystoscopie ondergingen, werden geïncludeerd. De meatusgrootte werd gemeten met metalen bougies. De meeste patiënten deden een uroflowmetrie. De verdeling van de grootte van de meatus werd weergegeven en met de Pearsons correlatiecoëfficiënt werd de relatie tussen meatusgrootte en andere parameters berekend.
Resultaten:
De gemiddelde grootte van de vrouwelijke meatus was Ch 23 (range: 16-32). Wij vonden geen verband tussen meatusgrootte en plassnelheid of residu na mictie, noch tussen meatusgrootte en urineweginfecties of menopauzale staat.
Conclusie:
Er is geen indicatie voor een meatotomie of meatusdilatatie van een meatus van Ch 16 of groter.