Neoadjuvante chemotherapie gevolgd door radicale chirurgie geeft een overlevingsvoordeel bij patiënten met een spierinvasief urotheelcelcarcinoom van de blaas. De overlevingswinst op lange termijn is echter beperkt en de chemotherapie is toxisch. Veel clinici zijn zodoende terughoudend met het inzetten van neoadjuvante chemotherapie bij deze patiëntengroep.
In de huidige studie is het gebruik van neoadjuvante chemotherapie in Nederlandse klinieken geanalyseerd middels een landelijke enquête. Het responspercentage bedroeg 70% en van de respondenten gaf 25% aan neoadjuvante chemotherapie standaard te overwegen. Het percentage dat daadwerkelijk startte, werd geschat op minder dan 10%. Gemcitabine/ cisplatinum (drie of vier cycli) waren de meest toegepaste cytostatica. Neoadjuvante chemotherapie voor het spierinvasief urotheelcelcarcinoom van de blaas wordt in Nederland beperkt ingezet.