In Nederland sterven jaarlijks circa 140.000 mensen. Bij een groot deel is het overlijden te voorzien. De wijze waarop de laatste levensfase verloopt, verschilt per persoon en is afhankelijk van veel factoren, zoals leeftijd, multimorbiditeit en de beschikbaarheid van zorg. Een slecht voorspelbaar verloop maakt het moeilijk om samen met de patiënt te beslissen of behandeling en ziekenhuisopname nog zinvol zijn. Bij cognitieve problemen wordt die beslissing extra moeilijk, zeker voor de oudere zelf. Er zijn in dergelijke gevallen twee soorten proactieve zorg mogelijk: advance care planning en palliatieve zorg.
Bij advance care planning gaat het om het zo goed mogelijk anticiperen op de benodigde en gewenste zorg en behandeling. Idealiter gebeurt dit in een gesprek tussen de patiënt, diens naaste(n) en de betrokken zorgverlener(s). Belangrijk daarbij is dat de wensen en voorkeuren van de patiënt worden vastgelegd.
Palliatieve zorg is gericht op kwaliteit van leven en houdt nadrukkelijk rekening met zowel het lichamelijke en het psychosociale als met het spirituele domein.