Skip to main content

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top
Gepubliceerd in:

2025 | OriginalPaper | Hoofdstuk

1. De opbouw van het bewegingsapparaat

Auteurs : Prof. dr. A.H.M. Lohman, Drs. A. Zuidgeest

Gepubliceerd in: Vorm en beweging

Uitgeverij: BSL Media & Learning

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De weefsels waaruit het bewegingsapparaat is opgebouwd, zijn het steunweefsel en het dwarsgestreepte spierweefsel. Het steunweefsel bestaat uit bindweefsel, kraakbeen en been. De door deze weefsels gevormde organen zijn de beenderen, de gewrichten en de dwarsgestreepte spieren.
Voetnoten
1
1 μm is 10-6 meter; 1 nm is 10-9 meter.
 
2
De gevormde bestanddelen van het bloed zijn de rode bloedcellen of erytrocyten, de witte bloedcellen of leukocyten (granulocyten, lymfocyten en monocyten) en de bloedplaatjes of trombocyten.
 
3
Proximaal: naar de romp toe. Distaal: van de romp af.
 
4
Bij een translatoire beweging leggen alle punten van een lichaam dezelfde afstand in dezelfde richting af. Een rotatoire beweging is een beweging waarbij alle punten van een lichaam cirkelbogen beschrijven om een lijn of as.
 
5
Voor meer informatie over de innervatie van de spieren wordt verwezen naar hoofdstuk 2
 
Metagegevens
Titel
De opbouw van het bewegingsapparaat
Auteurs
Prof. dr. A.H.M. Lohman
Drs. A. Zuidgeest
Copyright
2025
Uitgeverij
BSL Media & Learning
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-3130-7_1