De overheid en maatschappij erkennen het belang van een sterke patiëntenpartij. Naast het onderkende belang van de patiëntenstem in de individuele arts - patiëntrelatie komt daar nu een nieuwe vorm van zeggenschap bij: de patiënt als ‘derde partij’. De patiëntenpartij kan als collectief gaan onderhandelen met andere partijen. De praktijk van mensen met een chronische ziekte of handicap en van ouderen laat een minder rooskleurig beeld zien. De derde partij voelt zich onvoldoende toegerust. Dit artikel doet verslag van een verkennend kwalitatief onderzoek naar de vraag in hoeverre patiënten als partij worden betrokken bij het beoordelen van onderzoek, beleid en kwaliteit in de Nederlandse gezondheidszorg en welke patiëntcriteria daarbij voorhanden zijn. De resultaten tonen aan dat patiënten vooral individueel worden geconsulteerd, maar als collectieve samenwerkingspartij in veel mindere mate worden betrokken. Er zijn enkele patiëntcriteria voor het beoordelen van de kwaliteit van zorgorganisaties en richtlijnen in gebruik. Ze ontbreken nagenoeg voor onderzoek en beleid. Veel patiëntcriteria zijn slecht geoperationaliseerd, vaag en abstract. Ze zijn lastig toe te passen in de praktijk. Hierop gebaseerd bevelen de auteurs aan, om in dialoog met de patiëntenpartij, een nieuwe lijst met patiëntcriteria te ontwikkelen voor onderzoek, beleid en kwaliteit. Dit ondersteunt de verwezenlijking van de rol als derde partij.