Meer dan een kwart van alle patiënten met DM2 in Nederland is ouder dan 75 jaar. Naast het verbeteren van de glucoseregulatie richt de behandeling van patiënten met DM2 zich vooral op het optimaliseren van het cardiovasculaire risico, met als primair doel om late complicaties te voorkomen.
Net als bij jongere patiënten zijn overgewicht en een gebrek aan beweging de belangrijkste oorzaken van insulineresistentie bij ouderen.
De diagnose kan worden gesteld als men op twee verschillende dagen twee nuchtere en in het laboratorium gemeten plasmaglucosewaarden vindt van ≥ 7 mmol/l. Bij een nuchtere plasmaglucosewaarde ≥ 7 mmol/l, of bij een willekeurige plasmaglucosewaarde ≥ 7 mmol/l in combinatie met hyperglykemische klachten mag de diagnose ook worden gesteld. De bekendste hyperglykemische klachten zijn polyurie (frequente mictie) en polydipsie (overmatig drinken), maar juist bij ouderen kan er sprake zijn van heel andere klachten. Bij visuele klachten (wazig zien), dehydratie, vermoeidheid, lusteloosheid, frequente (urogenitale) infecties, slechte wondgenezing, cognitieve veranderingen, vallen en (verslechtering van) incontinentie dient ook aan de mogelijkheid van diabetes te worden gedacht.
Oudere diabeten hebben over het algemeen veel comorbiditeit, zijn vaak kwetsbaar en zijn gevoeliger voor bijwerkingen van behandeling. Diabeteszorg op hoge leeftijd kenmerkt zich dan ook door zorg op maat en individuele behandeldoelen dan wel streefwaarden.