De incidentie van extra-uteriene zwangerschap (eug) betreft circa 1% van alle levendgeborenen; er is een sterke correlatie met opstijgende genitale infecties met Chlamydia trachomatis. Risicofactoren voor het krijgen van een eug zijn: eerder doorgemaakte eug, antenatale des-expositie, doorgemaakte tubachirurgie, salpingitis en infertiliteit. Ook vrouwen die zwanger worden tijdens gebruik van een iud of na een laparoscopische sterilisatie lopen een verhoogde kans op een eug. Vroege symptomen zijn aanhoudend vaginaal bloedverlies, al dan niet in combinatie met buikpijn. Een diagnostisch stroomdiagram wordt gepresenteerd vooral bestaande uit transvaginaal echoscopisch onderzoek en bepaling van serum-hcg. Bij de behandeling heeft laparoscopische chirurgie de voorkeur, eventueel tubasparend. In sommige gevallen is medicamenteuze behandeling met methotrexaat mogelijk en soms is ook afwachten een goede optie.