Skip to main content

Welkom bij Scalda & Bohn Stafleu van Loghum

Scalda heeft ervoor gezorgd dat je Mijn BSL eenvoudig en snel kunt raadplegen.Je kunt de producten hieronder links aanschaffen en rechts inloggen.

Registreer

Schaf de BSL Academy aan: 

BSL Academy mbo AG

Eenmaal aangeschaft kun je thuis, of waar ook ter wereld toegang krijgen tot Mijn BSL.

Heb je een vraag, neem dan contact op met Jan van der Velden.

Login

Als u al geregistreerd bent, hoeft u alleen maar in te loggen om onbeperkt toegang te krijgen tot Mijn BSL.

Top

2025 | Boek

Fysiotherapie, proces en werkwijze

Auteurs: Jeannette Boiten, Marije Bunskoek

Uitgeverij: BSL Media & Learning

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit leerboek biedt jou als toekomstig fysiotherapeut een kader voor de ontwikkeling van het fysiotherapeutisch onderzoeken en behandelen. Centraal staan evidence-based practice en het bewust en ethisch verantwoord handelen, eerst denken, dan doen. Hiermee wordt de basis gelegd om je te ontwikkelen tot een kritisch reflecterende professional die onderbouwd keuzes kan maken.

Fysiotherapie, proces en werkwijze beschrijft alle fases van het fysiotherapeutisch methodisch handelen, van aanmelding (via verwijzing of DTF), anamnese, onderzoek, diagnose en indicatiestelling, behandelplan tot evaluatie en informatie-uitwisseling. Daarbij wordt de relatie tussen cliënt en fysiotherapeut opgevat als een functionele samenwerkingsrelatie, met aandacht voor positieve gezondheid, klinisch redeneren en het gebruik van meetinstrumenten.

In deze 9e editie is er meer aandacht voor gezondheidsvaardigheden en de invloed van en op de leefomgeving. Het begrip patiëntwaarden is uitgewerkt met recente inzichten. De informatie-uitwisseling met de (huis)arts is geactualiseerd en in het hoofdstuk kwaliteitszorg is er meer aandacht voor het stimuleren van de intrinsieke motivatie van fysiotherapeuten om kwaliteit te leveren. De historische schets is uitgebreid en er is een nieuwe tuchtrechtcasus opgenomen. Tot slot is er een doorlopende casus opgenomen die de theorie verbindt met de praktijk. Online vinden studenten toetsvragen bij elk hoofdstuk.

Jeannette Boiten werkte als docent fysiotherapie aan de Hogeschool Leiden en Marije Bunskoek werkt als fysiotherapeut in de zorg.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Fysiotherapie in de Nederlandse gezondheidszorg
Samenvatting
Fysiotherapeuten zijn werkzaam in de gezondheidszorg en soms bij een sportvereniging, een bedrijf of in het onderwijs. Het doel van fysiotherapeutische zorgverlening is het bieden van hulp en ondersteuning bij het voorkomen, verhelpen en verminderen van klachten in het bewegend functioneren. De fysiotherapeut doet dit door methodisch te werk te gaan, oftewel door te handelen volgens een bepaalde strategie. Daarbij schenkt de fysiotherapeut ook veel aandacht aan preventie. De opleiding fysiotherapie in Nederland is gebaseerd op zeven rollen: zorgverlener, gezondheidsbevorderaar, samenwerkingspartner, organisator, reflectieve professional en communicator. De benodigde competenties zijn: fysiotherapeutisch handelen, communiceren, samenwerken, kennis delen en wetenschap beoefenen, maatschappelijk handelen, organiseren en professioneel handelen. De uitoefening van fysiotherapie valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In wet- en regelgeving is vastgelegd wat de verplichtingen en rechten van de patiënt en fysiotherapeut zijn.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
2. Gezondheid en ziekte
Samenvatting
Er zijn verschillende omschrijvingen van gezondheid. Door fysiotherapeuten wordt een breed gezondheidsconcept gehanteerd. Gezondheid is een dynamisch evenwicht, dat door verschillende factoren, inclusief het gezondheidsgedrag van een patiënt, wordt beïnvloed. De fysiotherapeut houdt rekening met belasting en belastbaarheid, zowel bij de analyses van het probleem en de hulpvraag als bij het oplossen of voorkomen van of leren omgaan met het probleem, en is zich ervan bewust dat gezondheid niet maakbaar is. Om de mate van gezondheid in kaart te brengen, wordt het begrip gezondheidstoestand gebruikt. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de Internationale Classificatie van het menselijk functioneren (ICF – International Classification of Functioning, disability and health). De vijf componenten van de ICF zijn: functies/anatomische eigenschappen, activiteiten, participatie, externe en persoonlijke factoren. De fysiotherapeut is op zoek naar mogelijke wederzijdse beïnvloeding tussen de componenten en de medische diagnose. Medische diagnosen worden bij een verwijzing en in inter- en/of multidisciplinair overleg gebruikt. Classificaties voor medische diagnosen zijn de International Classification of Primary Care (ICPC) en de International Classification of Diseases (ICD). Planetary Health benadrukt de impact van de ecologische crisis op de menselijke gezondheid, waarbij fysiotherapeuten een rol spelen in het bevorderen van een gezonde leefstijl die zowel de gezondheid als het milieu ten goede komt.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
3. Zorgverlening
Samenvatting
Het helder krijgen van de reden voor contact is een essentiële voorwaarde voor een goede zorgverlening. Voor een fysiotherapeut is de hulpvraag belangrijk voor het bepalen van de fysiotherapeutische zorg, net als de gezondheidsbeïnvloedende factoren, de belasting-belastbaarheid, de gevolgen van een eventuele aandoening/ziekte en de beïnvloedende persoonlijke en externe factoren. De bijdrage van een persoon aan zijn zorg wordt steeds belangrijker. Dat wat iemand leert in de fysiotherapeutische behandeling vergt vaak oefening en gedragsverandering, en generalisatie en consolidatie van het geleerde in andere situaties. Fysiotherapeutische zorgverlening is een samenwerking tussen de patiënt met ervaringskennis en de fysiotherapeut met beroepsspecifieke kennis. De fysiotherapeut doorloopt in het handelen een aantal fasen. Daarbij werkt hij zoveel mogelijk evidencebased. Tevens werkt hij conform de gedragsregels en beroepsethiek voor de fysiotherapeut. De relatie tussen fysiotherapeut en patiënt wordt getypeerd als een functionele samenwerkingsrelatie. Shared decision making is hierbij van belang. Bij de zorgverlening kan ook sprake zijn van samenwerking tussen de fysiotherapeut en andere zorgverleners.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
4. Probleemoplossing
Samenvatting
Een fysiotherapeut is deskundig in het analyseren, voorkomen, behandelen van en leren omgaan met problemen in het bewegend functioneren. Hierbij maakt de fysiotherapeut onderscheid in het door de patiënt getoonde bewegen, het ingeschatte vermogen tot bewegen, de praktische externe mogelijkheden, bewegingsomstandigheden en beweegcontext van de patiënt en diens motieven en motivatie om te bewegen. Het fysiotherapeutisch handelen wordt gekarakteriseerd als het gericht verminderen en oplossen van een probleem en, zo mogelijk, voorkomen van problemen in het bewegend functioneren. Fysiotherapeut en patiënt hebben hierin samen en ook ieder afzonderlijk een rol. Tijdens de diagnostische fase (anamnese en fysiotherapeutisch onderzoek) kan de fysiotherapeut verschillende strategieën gebruiken om te komen tot definiëring van het probleem. Continu zal de fysiotherapeut klinisch redeneren, om te komen tot onderbouwde en logische beslissingen. Bij het klinisch redeneren wordt aandacht geschonken aan evidencebased werken (het integreren van wetenschappelijke kennis, patiëntwaarden en klinische expertise). Het gebruik van meetinstrumenten door de fysiotherapeut biedt mogelijkheden om informatie te objectiveren, te vergelijken met een gemiddelde waarde bij anderen, te vergelijken met een eerdere waarde bij die patiënt en om gegevens eenduidig vast te leggen. De fysiotherapeut heeft diverse vaardigheden om problemen op te lossen.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
5. Fysiotherapeutisch methodisch handelen
Samenvatting
Een fysiotherapeut doorloopt in het fysiotherapeutisch handelen verschillende fasen. Deze fasen zijn op verschillende manieren onder te verdelen. Een grove scheiding is het onderzoeken en het behandelen. Echter, ook tijdens een behandeling zal een fysiotherapeut altijd alert blijven op bevindingen die ook uit een onderzoek hadden kunnen komen. Tijdens het handelen blijft de fysiotherapeut alert op rode vlaggen, die de fysiotherapeut normaal uitsluit in een screening. Het handelen van een fysiotherapeut in relatie tot de patiënt is te typeren als onderzoeken, behandelen, en ook behandelend onderzoeken en onderzoekend behandelen. In dit hoofdstuk wordt de gangbare structuur, van aanmelding tot afsluiting, beknopt beschreven. De begrippen zijn toegelicht, evenals de begrippen doelgerichtheid, bewustheid, systematiek en procesmatigheid. De rol van kennis, vaardigheden en competenties van de fysiotherapeut en professionele gedragskenmerken van de fysiotherapeut zijn in samenhang beschreven. Daarna wordt extra aandacht besteed aan vaardigheden om problemen op te lossen. Het hoofdstuk eindigt met een kader voor fysiotherapeutische probleemoplossing, dat in de daaropvolgende hoofdstukken zal worden gehanteerd.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
6. Aanmelding
Samenvatting
Fysiotherapeutische zorgverlening begint met de aanmelding van de patiënt bij de fysiotherapeut. De aanmelding kan plaatsvinden met of zonder verwijzing van een arts. Als er geen verwijzing van een arts is, dan start een fysiotherapeut met het screeningsproces om gericht signalen van mogelijke ernstige pathologie op te vangen, waarna het oordeel van een arts wordt gevraagd. Aanmelding is daarom verdeeld in verwijzing of screening. Indien een (huis)arts (of tandarts) een patiënt naar de fysiotherapeut verwijst, zijn de verwijsgegevens richtinggevend voor het handelen. Indien de patiënt zich via DTF aanmeldt, zijn de screeningsgegevens richtinggevend voor het handelen van de fysiotherapeut. Het doel van het screeningsproces is om te besluiten of er sprake is van een pluis/niet-pluissituatie, op basis van aanwezigheid van tekens en symptomen die kunnen duiden op ernstige onderliggende pathologieën of aandoeningen. Deze tekens en symptomen worden rode vlaggen genoemd. In deze aanmeldingsfase start de fysiotherapeut het klinisch redeneren en het vormen van hypothesen. Dit wordt duidelijk gemaakt in de strategiebepaling en de betekenis van aanmelding in het proces van handelen.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
7. Anamnese
Samenvatting
Om het gezondheidsprobleem van de patiënt te verhelderen, voert de fysiotherapeut een eerste gesprek met de patiënt, de anamnese. De anamnese heeft tot doel het formuleren en verduidelijken van de hulpvraag van de patiënt en de verwachtingen van de fysiotherapie en een indruk verkrijgen van de problemen in diens functioneren in het algemeen, in de gezondheidstoestand, het gezondheidsgedrag en de gezondheidsvaardigheden. Het leggen van het contact, het verhelderen van de hulpvraag, het vragen naar klacht en klachtbeleving en naar het lekenoordeel zijn vooral patiëntgericht. Het toetsen en bijstellen van hypothesen, het verzamelen van nog ontbrekende informatie voor de vorming van nieuwe hypothesen en het formuleren van hypothesen in afnemende mate van waarschijnlijkheid worden meer door de fysiotherapeut gestuurd. Het afstemmen van ideeën en het uitspreken van wederzijdse verwachtingen zijn gezamenlijke activiteiten. De anamnese vormt ook het begin van het opbouwen van een functionele samenwerkingsrelatie, gebaseerd op wederzijds vertrouwen.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
8. Onderzoek
Samenvatting
In de fysiotherapie wordt onder onderzoek verstaan: onderzoek naar het functioneren van de patiënt, in het bijzonder diens bewegend functioneren en de invloed van de klachten op het dagelijks functioneren. Het onderzoek is een logisch vervolg op de anamnese. Het verhaal van de patiënt over zijn gezondheidsprobleem moet verder worden beoordeeld, om te weten of en hoe het door de patiënt en de fysiotherapeut te beïnvloeden is. Aan het eind van de anamnese heeft de fysiotherapeut hypothesen gevormd over het gezondheidsprobleem van de patiënt en diens beleving hiervan. Deze hypothesen worden tijdens het onderzoek getoetst en bijgesteld om te komen tot een besluit over de fysiotherapeutische diagnose en indicatiestelling. Het fysiotherapeutisch onderzoek gebeurt meestal in een vaste volgorde: observatie van normaal bewegen, inspectie/palpatie, bewegingsonderzoek actief en/of passief en specifieke tests en het gebruik van meetinstrumenten.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
9. Diagnose en indicatiestelling
Samenvatting
In de fysiotherapeutische zorgverlening zijn twee diagnosen vooral van belang: de eventuele diagnose van de arts en de diagnose van de fysiotherapeut. De diagnose van de arts geeft de fysiotherapeut informatie over het te verwachten natuurlijk beloop van een ziekte of aandoening in de zin van kans op herstel, mate van progressie, het al dan niet chronische karakter ervan en te verwachten exacerbaties en remissies. De fysiotherapeutische diagnose is een beroepsspecifiek oordeel van de fysiotherapeut. Het is een kernachtige weergave van de analyse uit de verwijzing/screening, de anamnese en het onderzoek in samenhang, zodat een duidelijk beeld naar voren komt van de patiënt met zijn hulpvraag en van de interpretatie van de fysiotherapeut over het gezondheidsprobleem. Deze diagnose geeft richting aan het beantwoorden van de vraag of er een indicatie is voor verder fysiotherapeutisch (be)handelen. Bij het bepalen of er wel of geen indicatie is, spelen verscheidene overwegingen een rol. In het algemeen geldt dat de fysiotherapeut zich moet afvragen hoe het gezondheidsprobleem van de patiënt zich zal ontwikkelen met en zonder behandeling door de fysiotherapeut.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
10. Behandelplan
Samenvatting
Als er een indicatie is voor fysiotherapeutisch handelen, worden de doelen en werkwijze voor de behandeling bepaald. Uitgaande van de beginsituatie, de hulpvraag, het gezondheidsprobleem en de huidige gezondheidstoestand van de patiënt en de onderlinge relaties hiertussen, wordt het plan voor de behandeling schriftelijk vastgesteld. Dit behandelplan geeft weer welke resultaten de fysiotherapeut en patiënt, op welke wijze, willen bereiken met de behandeling. Het behandelplan is een hulpmiddel om het handelen te structureren, te controleren en te evalueren. Het behandelplan is zowel een uiting van als een voorwaarde voor methodisch werken tijdens de behandeling. Het behandelplan biedt de mogelijkheid tot zelfreflectie en intercollegiale toetsing en tot slot, bij overdracht van de behandeling aan een collega, zorgt het voor continuïteit in de behandeling.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
11. Evaluatie
Samenvatting
Het fysiotherapeutisch handelen wordt op verschillende momenten geëvalueerd of beoordeeld. Evaluatie kan gericht zijn op het proces van handelen en op het product van handelen. Bij het proces gaat het om evaluatie van de gevolgde werkwijze. Bij evaluatie van het product gaat het om evaluatie van het bereikte resultaat. In procesmatig handelen is evaluatie een continu proces: van moment tot moment wordt beoordeeld hoe ver het proces is gevorderd. Het (vervolg van het) handelen wordt afgestemd op de bevindingen. Dit gebeurt zowel tijdens de diagnostische als tijdens de therapeutische fase. In de diagnostische fase vindt voortdurend evaluatie plaats tijdens het cyclische proces van hypothesevorming en -toetsing. In de therapeutische fase wordt geëvalueerd aan de hand van de gestelde behandeldoelen. Aan het eind van het fysiotherapeutische zorgverleningsproces wordt met de patiënt geëvalueerd. Met deze eindevaluatie wordt het zorgverleningsproces afgesloten.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
12. Verslaglegging en informatie-uitwisseling
Samenvatting
Een onderdeel van het fysiotherapeutisch handelen is het vastleggen van gegevens ten behoeve van de fysiotherapeut zelf en het schriftelijk verslag doen van onderzoek en behandeling aan collega’s, zorgverleners uit andere disciplines en verwijzers. Verslagleggen is het op een systematische en overzichtelijke wijze schriftelijk vastleggen van gegevens of gegevensgroepen. Het moet beschikbaar, leesbaar, volledig, beknopt en inzichtelijk zijn. Er dient zorgvuldig te worden omgegaan met de behandeling van persoonlijke gegevens, conform wet- en regelgeving. Bij informatie-uitwisseling gaat het om het vastleggen en het zenden van een verslag of brief naar een ander, vaak de huisarts of de verwijzer, een collega-fysiotherapeut of een andere zorgverlener. Verslaglegging vergroot de mogelijkheden tot kwaliteitsbevordering van het eigen handelen in het zorgverleningsproces rond een patiënt en bevordert de continuïteit van deze zorg. Informatie-uitwisseling speelt een belangrijke rol bij afstemming en continuïteit van integrale zorg.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
13. Kwaliteitszorg
Samenvatting
Kwaliteit is: voldoen aan de gestelde eisen. Het ontwikkelen van kwaliteitseisen kan gezien worden als een manier om afspraken te maken en je daar vervolgens aan te houden. Er is sprake van kwaliteit in de zorg als de zorg past bij de behoeften en noden van de gebruiker en op de juiste wijze (verantwoord, doelmatig en patiëntgericht) wordt aangeboden. Kwaliteitszorg bestaat uit activiteiten gericht op het bevorderen van de kwaliteit van de gezondheidszorg en/of fysiotherapeutische hulpverlening. Het doel van kwaliteitszorg is zorgverlening bieden die zo goed mogelijk aansluit op de behoeften van de patiënt en op een zo goed mogelijke wijze wordt uitgevoerd tegen aanvaardbare kosten. Naast dat de fysiotherapeuten zelf eisen aan hun kwaliteit stellen, stellen ook kwaliteitskeurmerken of -registers, zorgverzekeraars en de overheid eisen aan de kwaliteit van fysiotherapeutische zorgverlening.
Jeannette Boiten, Marije Bunskoek
Nawerk
Meer informatie
Titel
Fysiotherapie, proces en werkwijze
Auteurs
Jeannette Boiten
Marije Bunskoek
Copyright
2025
Uitgeverij
BSL Media & Learning
Elektronisch ISBN
978-90-368-3122-2
Print ISBN
978-90-368-3121-5
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-3122-2