Huisartsen spelen als poortwachter van de zorg een belangrijke rol bij de diagnostiek en behandeling van patiënten met psychische en (psycho) sociale aandoeningen.1,2 Een groot deel van het ziekteaanbod in de huisartsenpraktijk bestaat uit psychische en (psycho)sociale problemen.3 Huisartsen beschikken over een goede positie om psychische aandoeningen in een vroeg stadium te herkennen en kunnen daarom een belangrijke rol spelen in de diagnostiek op het gebied van psychische en (psycho) sociale aandoeningen. Toch worden deze patiënten soms niet tijdig herkend door de huisarts.4,5 Door een vroegtijdige diagnostiek kunnen veel aandoeningen adequaat door de huisarts worden behandeld, waardoor er eerder en beter herstel optreedt.6 Het beleid bestaat veelal uit voorlichting, begeleiding en/of medicamenteuze behandeling. De keuze voor de behandeling is onder meer afhankelijk van de ernst van de aandoening, lijdensdruk, voorkeur van de patiënt en mogelijkheden van de huisarts. De huisarts kan kiezen de patiënt zelf te behandelen of de patiënt te verwijzen naar de eerstelijns of gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg (ggz). De indicatoren voor de geestelijke gezondheidszorg die hier worden beschreven, zijn gebaseerd op de nhg-Standaarden Depressie7, Angststoornissen8, Dementie9, Problematisch alcoholgebruik10, Slapeloosheid en slaapmiddelen11.