Een geriatrisch syndroom is een syndroom waarbij een of meer symptomen het gevolg zijn van meerdere aandoeningen tegelijkertijd. De belangrijkste gezondheidsproblemen van ouderen die worden aangeduid als geriatrische syndromen zijn vallen, incontinentie, depressie, delier en duizeligheid.
Het kaartenhuis van het kwetsbare lichaam dat nog nét overeind bleef, kan ineen vallen door een klein probleem. Vaak voorkomende relatief lichte stressoren zijn infecties, bijwerkingen van of intoxicaties met geneesmiddelen en verstoringen van de water- en zoutbalans. Welk geriatrisch syndroom hierdoor vervolgens wordt uitgelokt, hangt af van de zwakste schakel, het meest labiele evenwicht.
Hoewel in de geneeskunde, de psychologie en de sociologie het hechte verband tussen de fysieke, mentale en sociale dimensies van de mens inmiddels algemeen wordt erkend, komt nergens anders dan in de geriatrie zo nadrukkelijk tot uiting dat stoornissen in elk van de genoemde dimensies direct waarneembare gevolgen kunnen hebben voor (een van) beide andere dimensies.
De huidige kwaliteitsstandaard voor het in kaart brengen van geriatrische syndromen is het zogenoemde comprehensive geriatric assessment (CGA) oftewel het volledig geriatrisch onderzoek. Op grond van deze complete analyse van het geriatrisch syndroom wordt samen met de oudere en diens mantelzorger een diagnostiek- en behandelplan opgesteld. De doelen hiervan zijn individueel bepaald en meestal gericht op het verbeteren van zelfredzaamheid en kwaliteit van leven.