Publieke gezondheid (volksgezondheid) is een collectief goed, geborgd in de Nederlandse grondwet. Het accent ligt op (de zorg voor) de gezondheid van (individuele) mensen en van risicogroepen in het bijzonder. Kerntaken daarbij zijn gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en gezondheidsbewaking. De laatste tijd neemt de belangstelling voor preventie van ziekten toe (NPHF ‘Van nazorg tot voorzorg’), waarbij naast fysieke ook sociale aspecten een rol spelen.
Gezondheid is ruwweg afhankelijk van persoonlijke (genetisch bepaalde) gevoeligheid, leefstijl en omgevingskwaliteit (stressfactoren met nadelige effecten, (ervaren) woonkwaliteit, ruimtelijke inrichting). Het denken over gezondheid en omgevingskwaliteit is echter voortdurend in ontwikkeling. Dat leidt tot dynamiek in begrippen en hun onderlinge relaties, alsook in beleidsdenken en onderbouwend onderzoek. Uit oogpunt van volksgezondheid, onderzoek en omgevingsbeleid is deze ontwikkeling ruwweg te schetsen in een drieluik.