De afgelopen jaren zijn er bij het CGL veel interventies ingediend met het verzoek opgenomen te mogen worden in het nationale overzicht van erkende interventies. Inmiddels hebben ruim 350 interventies een dergelijke erkenning. Steeds meer professionals dienen interventies in omdat ze de status van erkenning belangrijk vinden om de implementatie van hun interventie landelijk te bevorderen. Bovendien gaan steeds meer professionals op zoek naar erkende interventies om in te zetten voor praktijkvragen. Een goede ontwikkeling, omdat hierdoor kennis wordt gebundeld en tevens wordt gestimuleerd om conform standaardrubrieken een interventie te beschrijven en te beargumenteren waarom een interventie een bepaalde meerwaarde heeft. De volgende stap die het CGL nu zet is te koersen op het werken met werkzame elementen; het nadrukkelijker focussen op onderdelen van een interventie die de effectiviteit kunnen bevorderen. Zij hebben daarbij vijf doelen voor ogen. Vanuit mijn eigen ervaringen, voorheen als beleidsadviseur bij de GGD en momenteel als manager én als adviseur voor het erkenningstraject van CGL, zal ik beargumenteren waarom ik denk dat deze koers op werkbare elementen voor de praktijk van meerwaarde kan zijn.