Raghoebar-Krieger H, Bosveld H, Winters J. Huisartsopleiders over evidence-based medicine. Huisarts Wet 2017;60(11):560-3.
Doel In het kader van een nascholing in evidence-based medicine (EBM) voor huisartsopleiders onderzochten wij of en hoe huisartsopleiders wetenschappelijke informatiebronnen gebruiken, hoeveel kennis zij hebben van onderzoeksbegrippen, of zij behoefte hebben aan nascholing terzake en in hoeverre zij betrokken zijn bij de PICO-CAT van hun aios.
Methode Op een nascholingsdag voor huisartsopleiders in november 2014 vroegen we alle aanwezige opleiders een vragenlijst in te vullen.
Resultaten We ontvingen 107 vragenlijsten (96%) ingevuld retour. Als bron van wetenschappelijke informatie gebruikten de respondenten vooral NHG-standaarden (89%) en Google (67%), veel minder vaak websites zoals PubMed (7%) en Clinical Evidence (5%). Het kennisniveau van onderzoeksbegrippen varieert sterk: 91% wist wat incidentie betekent, slechts 2% wat een ROC-curve is. Hun vermogen om deze begrippen aan aios uit te leggen was gemiddeld 10-20% lager dan hun kennisniveau, maar slechts ongeveer de helft had behoefte aan EBM-nascholing. De helft wist over welk onderwerp zijn of haar laatste aios een CAT schreef, maar slechts 20% wist waar die afkorting voor staat.
Conclusie EBM werd 25 jaar geleden geïntroduceerd, maar nog steeds schieten de kennis en vaardigheden van onze huisartsopleiders tekort om adequaat EBM-onderwijs aan aios te geven. Daarbij komt dat veel huisartsopleiders, ongeacht hun kennisniveau, geen behoefte zeggen te hebben aan EBM-scholing. Huisartsopleidingen moeten op zoek naar een manier om huisartsopleiders te overtuigen van de waarde van EBM.