De tandarts kan tegenwoordig kiezen uit diverse soorten composiet die zich onderscheiden in onder andere de gebruikte vulstoffen. De deeltjesgrootte van deze vulstoffen varieert. Voor uitharden van de composiet kan hij kiezen tussen verschillende soorten polymerisatie-lampen. De halogeenlamp is reeds lang in gebruik. Nadelen van deze lamp zijn de achteruitgang in vermogen, beperkte polymerisatiediepte en de relatief lange belichtingstijd. Vervolgens zijn LED-lampen en plasmalampen op de markt gekomen. LED-lampen geven een hogere conversiegraad van de composiet dan halogeenlampen, ook bij een overeenkomstig vermogen. Bij het gebruik van plasmalampen wordt de polymerisatietijd aanzienlijk verkort. Het levert een matrix op met kortere ketens, met als gevolg ongunstiger fysische en mechanische eigenschappen van de composiet. De microhardheid is een bruikbare maat om composieten te vergelijken.