Assistenten krijgen steeds meer te maken met patiënten met een verstandelijke beperking, omdat deze steeds vaker thuis of begeleid wonen. Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak gezondheidsproblemen zoals reflux, gehoor- en visusproblemen, obstipatie, epilepsie en spasticiteit, psychiatrische stoornissen en overgewicht. In de mondzorg komen veel cariës en tandvleesproblemen voor door slik- en kauwproblemen, reflux, minder goede mondverzorging en geneesmiddelengebruik. Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak moeite met ordenen en begrijpen van informatie en zijn vaak beperkt sociaal zelfredzaam. Bij behandeling is het van belang de ouders of verzorgers van de patiënt als partner in de zorg te zien. Voorspelbaarheid en veiligheid in de behandeling geven de patiënt het gevoel van controle (regie). Huisartsen kunnen voor consultatie en advies terecht bij een arts verstandelijk gehandicapten (AVG). Voor onvrijwillige zorg en vrijheidsbeperkende maatregelen bij wilsonbekwame mensen met een verstandelijke beperking geldt sinds 2020 de Wet zorg en dwang.