Doel.
Analyse van een cohort pasgeborenen met een enterovirus (EV)-infectie naar risicofactoren voor een ernstig beloop.
Methode
Pasgeborenen met een EV-infectie onder de leeftijd van 1 maand opgenomen tussen januari 2004 en september 2009 werden retrospectief geanalyseerd naar risicofactoren (zwangerschapsduur, leeftijd bij presentatie, geslacht, klinische symptomen) voor een ernstig beloop (gedefinieerd als respiratoir, cardiaal of leverfalen, noodzaak tot NICU-opname, overlijden).
Resultaten
44 pasgeborenen werden geïncludeerd. Het ontwikkelen van ernstige complicaties kwam significant vaker voor bij kortere postnatale leeftijd – 4 dagen (3-8) versus 16 dagen (3-27) (p=0,001) – en kortere zwangerschapsduur – (mediaan) 37,4 weken (range) (36,4-40,9) tegenover 40,0 weken (34,3-42,0) (p=0,050). Geen verschil werd gevonden tussen jongens en meisjes. Multivariabele logistische regressieanalyse toonde aan dat de leeftijd bij ziekteaanvang de enige significante risicofactor (OR: 0,672, 95%-BI 0,46-0,98) was voor het ontwikkelen van een gecompliceerd beloop. De mortaliteit was 4,5%, restschade (cardiomyopathie) trad op in 4,5%. Bij alle patiënten (6) met gecompliceerd beloop was er sprake van eenearly-onset EV-infectie vóór de 14e levensdag. Bovendien ontwikkelden in 5 van deze 6 patiënten met een early-onset EV-infectie de ernstige complicaties zich pas een paar dagen ná initiële presentatie en opname. In delate-onset subgroep deden zich geen ernstige complicaties voor, en patiënten konden in goede conditie worden ontslagen.
Conclusie
Een EV-infectie binnen de eerste 2 levensweken is geassocieerd met een significant verhoogd risico op ernstige complicaties en mortaliteit. Zelfs als in de eerste dagen na opname herstel optreedt, is er een reëel risico voor optreden van late ernstige complicaties.