Inleiding
Coeliakie (CD) en cystische fibrose (CF) zijn veelvoorkomende oorzaken van chronische intestinale malabsorptie. In Nederland wordt aangenomen dat CD bij circa 1:200 en CF bij circa 1:4750 levend geboren kinderen voorkomt, waardoor de kans op het bezit van beide aandoeningen klein is. Nadat dit echter bij enkele van onze patiënten werd vastgesteld, ontstond het vermoeden dat CD vaker dan verwacht voorkomt onder CF-patiënten.
Patiënten en methoden
In drie academische ziekenhuizen in Nederland werd retrograde bij alle patiënten met CF onder de 18 jaar nagegaan of er tevens sprake was van CD. Van de in totaal 281 CFpatiënten werden 140 CF-patiënten met verschijnselen van intestinale malabsorptie gecontroleerd op CD door middel van immunoglobine (Ig) A tegen tissue transglutaminase (tTG) en endomysium (EmA). Uitkomsten en nader onderzoek werden nagegaan. Het aantal CD-diagnosen onder CF-patiënten werd vastgesteld.
Resultaten
Van de 140 gecontroleerde kinderen toonden 15 een verhoogde titer tTG- en/of EmA-antilichamen in het serum. Bij 10 patiënten was een duodenumbiopt afgenomen. De diagnose CD werd bij 7 van de 140 kinderen gesteld.
Discussie
Het resultaat van 7 op 140 (1:20) CD-diagnosen bij de gecontroleerde CF-patiënten versterkt, in vergelijking met de laatst bekende incidentie van CD in Nederland (31:6127 (1:198)), het vermoeden dat er een relatie tussen beide bestaat. Om een incidentie van voorkomen te kunnen geven is nader onderzoek nodig.
Conclusie
CD komt vaker onder CF-patiënten voor dan te verwachten is op basis van bekende prevalentiecijfers. Het lijkt ons noodzakelijk om kinderen met CF te screenen op CD om een optimale behandeling voor de voedingstoestand te kunnen waarborgen.