Veel pedagogisch en ontwikkelingspsychologisch onderzoek heeft zich tot nu toe gericht op dysfunctioneel opvoedgedrag van ouders en probleemgedrag van kinderen en jongeren. Door de dominante focus op de vraag welke kinderen meer te lijden hebben van stress, zagen we over het hoofd dat diezelfde – kwetsbare – kinderen misschien ook meer profiteren van verrijkte gezinssituaties. Sommige kinderen zijn dus mogelijk ontvankelijker voor hun omgeving, zowel in negatief als positief opzicht. Deze differential susceptibility hypothese staat in dit artikel centraal. Met name gaan we in op de vraag of ontvankelijkheid voor opvoeding mogelijk genetisch bepaald is en hoe we zo’n genetisch bepaalde ontvankelijkheid kunnen verklaren. Ten slotte onderzoeken we de link met de praktijk: (hoe) zullen onze onderzoeksresultaten over genetisch gebaseerde ontvankelijkheid in de toekomst interventies op het vlak van opvoedingsondersteuning informeren?