In de literatuur over
oudertraining wordt gerapporteerd over diverse gedragstechnieken, die gericht zijn op specifieke probleemgebieden. In publicaties over de aanpak van kinderlijk (onrijp) en onzelfstandig gedrag staan bijvoorbeeld die technieken centraal die (nieuw) gedrag stimuleren; met andere woorden: technieken die vooral gericht zijn op het aanleren van gedrag (zoals beschreven bij de
interventies II en III in deel II). Bij probleemgedragingen die meer als storend worden ervaren door de directe omgeving van het kind (zoals opstandig of antisociaal gedrag) wordt veel meer gebruik gemaakt van aversieve (gedragsverzwakkende) technieken, zoals we beschreven onder
interventie IV. In Engelstalige publicaties over kindergedragstherapie krijgt de wijze waarop de behandeling begonnen wordt, inclusief de indicatiestelling, opvallend weinig aandacht. Een van de weinige bijdragen hierover is te vinden in het hoofdstuk van Landsheer, Prins & Nijhoff-Huysse (1993), waarin het volledige gedragstherapeutische proces bij de behandeling van kinderen uiteengezet wordt. Ook de eerste door ons in deel II (hoofdstuk
4) beschreven interventie
(inzicht en kennisoverdracht) komt weinig expliciet aan de orde.