Het is gebruikelijk dat programma's voor overgewicht en obesitas bij kinderen ook ouders bij de behandeling betrekken. In de praktijk blijkt vaak dat ouders het eetgedrag van hun te dikke kinderen trachten te controleren, maar dat zij de obesogene factoren in hun omgeving, zoals bijvoorbeeld het thuis beschikbaar zijn van ongezond eten, onvoldoende veranderen. Het kind blijft met niet gezond eten geconfronteerd en moet zichzelf durend beheersen en begrenzen. Het draagt alleen de verantwoordelijkheid voor een gezond gewicht. De kans dat een kind dit niet volhoudt en het gezond eten en/of meer bewegen opgeeft, is dan groot.
Uit onderzoek blijkt dat het in de behandeling van obesitas bij kinderen effectiever is om (vooral) met de ouders te werken. Daarbij is het van belang hen een autoritatieve opvoedingsstijl te leren ontwikkelen. Ouders die autoritatief opvoeden, nemen namelijk meer verantwoordelijkheid voor de obesogene omgeving. Wanneer er met ouder en kind gewerkt wordt, is het zinvol te bedenken dat er aanwijzingen zijn dat het bereiken van gewichtsafname het meest effectief lijkt wanneer het kind van een andere sekse is dan de ouder.
Op basis van bovenstaande gegevens hebben we ons behandelprogramma, dat er op gericht was om via het kind het eet- en bewegingsgedrag van het kind aan te passen, veranderd. Het nieuwe programma richt zich via de ouders op de eet- en bewegingsgewoonten van het gezin. Tegelijkertijd krijgt het kind bewegingsessies aangeboden om positieve bewegingservaring op te doen. Ook kan zodoende voorkomen worden dat ouders de behandeling weigeren omdat hun kind niet direct bij de behandeling betrokken wordt.