Doel:
Analyse van de patiëntengroep met perforerend letsel in een binnenstadziekenhuis in de afgelopen 18 jaar.
Opzet:
Retrospectief cohortonderzoek.
Methode:
Wij brachten alle patiënten in kaart die zich in de periode 1997-2014 in ons ziekenhuis presenteerden in verband met perforerend letsel. De status van alle patiënten die aansluitend direct zijn opgenomen, is geanalyseerd.
Resultaten:
In totaal werden 2127 patiënten geïdentificeerd met een perforerend letsel. Hiervan zijn 599 patiënten in het ziekenhuis opgenomen geweest. Deze 599 patiënten werden opgesplitst in cohorten van zes jaar (1997-2002, 2003-2008 en 2009-2014) om zo eventuele trends vast te stellen. Tevens werd er een onderverdeling gemaakt in schot- en steekverwondingen.
Conclusie:
Tussen de bestudeerde perioden zijn geen statistisch significante verschillen in het aantal patiënten, de verhouding tussen het aantal schot- en steekverwondingen, het percentage opnamen en de gevonden mortaliteit aantoonbaar. Nieuwe inzichten gebaseerd op ATLS-principes, de introductie van de CT-scan op de traumakamer, het centraliseren van de traumazorg en de invoering van gedifferentieerde traumachirurgische diensten hebben niet geleid tot een significante daling in mortaliteit. Opvallend is dat er wel een stijging te zien is in verricht aanvullend onderzoek, zonder dat deze stijging leidt tot een significante verandering in mortaliteit. Perforerend letsel vormt een belangrijk medisch probleem.