Inleiding Poederinhalatoren worden veel gebruikt. Voor adequate therapie is een voldoende inspiratoire stroom nodig. Deze studie onderzocht welke piek inspiratoire stroom (PIF) astma- en COPD-patiënten genereren door weerstanden die overeenkomen met Diskus en Turbuhaler. Verder werd onderzocht, of er verschillen waren tussen de beide weerstanden ten aanzien van het aantal patiënten dat een suboptimale PIF genereert, welke parameters met de PIF correleren, en welke patiëntenkenmerken een niet-optimale PIF voorspellen.
Methoden Onderzocht werd of patiënten met maximale inspanning een PIF kunnen genereren, optimaal voor Diskus (30 l/min) en Turbuhaler (60 l/min). De volgorde van de inhalatieweerstanden was gerandomiseerd.
Resultaten Alle 50 patiënten konden 30 l/min met de Diskus-weerstand (DKW) genereren, terwijl met de Turbuhaler-weerstand (THW) 6 patiënten een inspiratoire stroom < 60 l/min hadden. Alleen maximale inspiratoire druk was een onafhankelijke voorspeller van een adequate PIF door de THW. Ook het vrouwelijk geslacht en een exacerbatie bleken onafhankelijke voorspellers van een suboptimale PIF via de Turbuhaler te zijn.
Conclusie Twaalf procent van alle patiënten (25% van alle vrouwen) kon niet de optimale inspiratoire stroom via de THW genereren.